Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen kwam deze vrouw in, en sprak tot haar man, zeggende: Er kwam een [10]Man Gods tot mij, Wiens aangezicht was als het aangezicht van een Engel Gods, zeer [11]vreselijk; en ik vraagde Hem niet, van waar Hij was, en Zijn naam gaf Hij mij niet te kennen. 10. Alzo worden de profeten en leraars van Gods volk genoemd, omdat zij van God tot een heiligen en goddelijken dienst beroepen zijn, denwelken Hij, als zijnde zijn boden, zijn heiligen wil zeer gemeenzaam openbaart, om dien het volk aan te dienen, en omdat zij instrumenten zijns Heiligen Geestes zijn. Zie Joz.14:6; 1 Sam.2:27; 1 Kon.13:1, en 1 Kon.17:18,24; 2 Kon.4:, 2 Kon.5:, 2 Kon.6:, 2 Kon.7:, 2 Kon.8:; Ezra 3:2; Neh.12:24,36, ook 1 Tim.6:11; 2 Tim.3:17; 2 Petr.1:21. 11. Dat is, aanzienlijk, eerwaardig, of ook verschrikkelijk.